- Een grasveld
- Een tuintje met veel bloemen
- Een groentetuintje
- Struiken/heggen
- Een weiland
- Een akker
- Een bos
- Geschikte kleding om buiten aan het werk te gaan. Tip: vergeet je laarzen niet.
- Het wormentelformulier (dat kun je hier ook downloaden)
- Een pen of een potlood, tip: een potlood schrijft altijd ook als het regent.
- Een schep, spade of plantschopje.
- Twee flessen mosterdwater (in het filmpje zie je hoe je dat kunt maken).
- Schoon water om de wormen te wassen.
- Een grote plastic zak.
- Een klok, een horloge, of je telefoon.
- Twee bakjes om wormen te bewaren, bijvoorbeeld yoghurtemmertjes of plastic bakjes. Het is handig om met een viltstift de bakjes een nummer te geven: gewoon 1 en 2.
- 15 ml natuurazijn.
Mosterdwater maken
Maak voordat je naar buiten gaat twee flessen met mosterdwater. Voeg in elke fles 15 gram (een volle eetlepel) mosterdpoeder toe aan 500 ml. water. Mosterdpoeder kun je gewoon kopen bij de supermarkt. Schud dat goed tot er nog maar weinig klontjes over zijn. Je hebt dit mengsel straks nodig om wormen uit de grond te halen die dieper zitten.
TIPS
- Vraag een ouder iemand om mee te gaan.
- Stop met graven als je glas of andere scherpe voorwerpen vindt en zoek een andere plek.
- Vraag voordat je gaat graven toestemming aan de eigenaar van de plek waar je aan de slag wilt.
- Zorg ervoor dat je andere dieren zo weinig mogelijk stoort: ga bijvoorbeeld niet dicht bij een vogelnestje graven en laat koeien en schapen met rust.
- Heb je open wonden op je handen? Doe dan plastic of rubberhandschoenen aan of plak een pleister voordat je gaat graven.
- Was je handen na je onderzoek en voordat je gaat eten.
- De mosterd en azijn die je gebruikt zijn niet geschikt om te eten of te drinken.
